Kinderen kunnen overspoeld raken door emoties in situaties die voor hen lastig zijn of die ze niet goed begrijpen of kunnen overzien. Met een huilbui, driftbui, of zichzelf helemaal terugtrekken en zich niet meer laten horen of zien als gevolg. Als kinderen zo overweldigd zijn, hebben ze hun ouders nodig om zich veilig te voelen en (weer) grip te krijgen op de situatie.
Er zijn drie stappen om jouw kind te kunnen helpen in dit soort situaties: Zien, Zijn en Zoek. Met deze drie opeenvolgende stappen maak je weer contact met je kind. Je helpt jezelf en je kind te begrijpen wat er gebeurt. Je helpt je kind in zijn of haar kracht te gaan staan en het zelf op te lossen. Tegelijkertijd versterk je daarmee het zelfvertrouwen en zelfbeeld van je kind; het vertrouwen in zichzelf en de manier waarop het naar zichzelf leert kijken.
Zien
In deze stap gaat het erom dat je je kind écht Ziet. Dat je je kind serieus neemt en ziet hoe lastig het voor je kind is. Blijf rustig, benoem wat je ziet en check bij je kind of dat klopt: ‘Ik zie dat je je boos voelt, klopt dat?’, ‘Ga je daarom met spullen gooien?’, ‘Ik zie iemand die wegkruipt achter de stoel’. Als je merkt dat het moeilijk is om zelf rustig te blijven, haal dan eventueel een paar keer diep adem. Blijf nabij. Stuur je kind niet weg. Laat je kind niet alleen met de lastige emoties; daarmee ga je uit contact en zijn de volgende twee stappen (Zijn en Zoek) niet meer mogelijk.
Zijn
De stap van Zijn is de stap van erkenning geven aan de emoties en je kind. Erkennen betekent dat de emoties er mogen zijn. Je kind mag er zijn, met al zijn emoties, met al zijn woede en zelfs met alle lelijke dingen die het misschien naar je hoofd slingert. Onthoud dat je kind dit doet uit pure onmacht, niet om jou te kwetsen. Geen enkel kind is er op uit om zijn ouders pijn te doen; elk kind is van nature goed, heeft goede bedoelingen en wil meewerken.
Je kunt emoties erkennen door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Dat moet lastig voor je zijn, ik begrijp dat je je daardoor boos voelt’. En blijf in contact, ook al roept je kind nog zo hard dat je weg moet gaan. Ga niet weg, zoek desnoods gepaste afstand en zeg duidelijk: ‘Ik laat je niet alleen als je zo boos bent’. Soms wil je kind juist wel fysiek contact en knuffelen. Dan zeker doen! Je zult merken dat in deze fase de emotie uitdooft. Je kind kan zijn emoties ontladen in de veiligheid en nabijheid van de ouder(s).
Zoek
Na de ontlading is er ruimte om samen op Zoek te gaan naar de behoefte van je kind. En wat de aanleiding is geweest voor de boosheid, de driftbui of de huilbui. Soms is deze ruimte er pas veel later; dat is ook oké. Je kunt onderzoeken wat er aan de emoties ten grondslag ligt of heeft gelegen, bijvoorbeeld door te vragen: ‘Zou het kunnen dat je boos bent (of je boos voelde) omdat…?’. Gebruik hierbij woorden die je kind kent en die je kind kan begrijpen. Door de behoefte te benoemen, woorden te geven aan de emoties en de gebeurtenis, kan je kind de situatie en zichzelf leren begrijpen. Zoek vervolgens samen naar een oplossing die voor beiden werkt. Daarmee leert je kind op een meer adequate manier omgaan met emoties en gebeurtenissen.
Bewustzijn is de sleutel
Als je je bewust bent van onderstaande uitgangspunten, is dit helpend in alle bovengenoemde drie stappen:
- Mijn kind is niet lastig, hij/zij heeft het lastig.
- ‘Mijn kind zoekt verbinding’ in plaats van ‘Mijn kind zoekt negatieve aandacht’.
- Geen enkel kind kan ooit de ‘waarom-vraag’ beantwoorden. Vraag daarom bijvoorbeeld ‘Wat is er gebeurd?’ in plaats van ‘Waarom doe je zo?’.
- Een kind leert meer van ‘zien’ dan van ‘praten’; dus geef zelf het goede voorbeeld.
- Juist wanneer het kind die liefde en aandacht niet lijkt te verdienen, heeft het die het hardst nodig.