Vroeger was bij ons thuis het motto: ‘Waar een wil is, is een weg’. Zo gingen we elke zomer met de tent op vakantie. Wat er ook gebeurde, weer of geen weer; we bleven van de eerste tot de laatste dag.
Als om ons heen de tenten instortten door de harde regen en wind, en er zich langzaam aan riviertjes vormden in plaats van voetpaden, stond mijn vader buiten in de stromende regen extra scheerlijnen te spannen en rondom de ‘campus’ diepe gleuven te graven, waarmee onze tent stilaan op een fort begon te lijken. En mijn moeder…, die deed ondertussen gewoon spelletje met ons in de tent.
Daarmee heb ik een patroon ontwikkeld dat opgeven geen optie is, en soms betaal ik daar ook een hoge prijs voor. Bijvoorbeeld na een lange werkdag ’s avonds laat nog hard aan het werk gaan nadat de kinderen in bed lagen. Of doorwerken in het weekend of op vrije dagen omdat ik documenten wil afmaken. Met stress en vermoeidheid als gevolg.
Tegelijkertijd heb ik door het motto ‘Waar een wil is, is een weg’, ook twee belangrijke kwaliteiten ontwikkeld: wilskracht en doorzettingsvermogen.
Dankzij deze kwaliteiten heb ik al veel hobbels kunnen overwinnen en heb ik aardig wat doelen in mijn leven bereikt. Zoals destijds het voltooien van mijn studie Pedagogiek in Nijmegen. De studententijd was voor mij een periode met veel heimwee, van veel en keihard studeren en elk weekend 4,5 uur (enkele reis!) reizen met trein, bus en boot
PS. voor wie de veerponten in Zeeuws-Vlaanderen nog kent ;).
Toch heeft deze tijd mij veel gebracht: veerkracht om met lastige situaties om te gaan én kansen om te doen wat ik het liefste doe, namelijk ouders en kinderen helpen als het allemaal niet zo lekker loopt of als er zorgen zijn.
En tot op de dag van vandaag brengen deze kwaliteiten mij verder op mijn pad. Zoals het opzetten van mijn eigen onderneming, die steeds verder vorm krijgt en steeds mooier aansluit bij mijn passie. De kwaliteiten helpen mij te doen waar ik blij van wordt.
Je bent geworden wie je bent dankzij je ouders en ondanks je ouders
Wij zijn als ouders het meest gevormd door het gezin waaruit we voortkomen.; door wat we hebben gehoord, door wat ons is verteld en -misschien wel het belangrijkste – door wat we hebben gezien van de manier waarop onze ouders in de wereld stonden.
Als onze ouders bijvoorbeeld vonden dat kinderen moesten gehoorzamen, zullen we dat nu voor onze eigen kinderen vaak ook belangrijk vinden. Of we doen juist het tegenovergestelde van onze ouders, bijvoorbeeld onze kinderen heel (of té) veel vrijheid geven om zelf te beslissen.
Welke ouder ben ik nu?
Als ik deze vraag met ouders onderzoek, komen er ‘als vanzelf’ patronen uit de familiegeschiedenis naar boven. Door deze patronen tegen het licht te houden, wordt het voor ouders vaak heel duidelijk waarom ze doen wat ze doen.
Het begrijpen van je eigen gedrag, binnen de context van je eigen opvoeding én je gezinsleven in het hier en nu, maakt het mogelijk om er bewust voor te kiezen het nu anders te doen.
Het is alsof puzzelstukjes in elkaar vallen. Het heelt oude pijnen, en maakt de weg vrij voor een nieuwe koers. Dat geeft ouders hoop, moed en veerkracht om de reis van opvoeding voort te zetten. Op hun manier, zoals het bij hun en hun kind past.
Welke ouder wil ik zijn?
Je hebt geen directe controle over het gedrag van je kind en geen garantie op een tevreden en gelukkig kind. Evenmin op de ‘uitkomsten’ van de opvoeding.
De reis van opvoeding is lang, de bestemming onbekend.
Gelukkig heb je wél invloed op je eigen gedrag en op welk voorbeeld je je kind geeft.
Jij bent het grote voorbeeld voor je kind. Iedere dag laat jij je kinderen zien wat jij belangrijk vindt in het leven.
Niet alleen de negatieve dingen, zoals schelden of hard roepen. Maar juíst ook de positieve dingen, zoals leren van fouten of oprechte aandacht hebben voor de ander.
“Kinderen leren meer van zien dan van doen.“
Dat wat je je kinderen mee wilt geven, wat je belangrijk vindt, leer je hen het beste door het zelf voor te leven. Dus bijvoorbeeld je gsm op de kast laten liggen, rustig reageren als je je boos voelt, accepteren dat je fouten maakt, gewoon opnieuw beginnen als iets mislukt.
En natuurlijk vliegen we ook wel eens uit de bocht, zijn we gefrustreerd als iets niet lukt of roepen we boos naar ons kind. Gelukkig, we zijn ook gewoon mens!
Het hoeft niet perfect, sterker nog: dat kán ook echt niet. Het gaat om: goed genoeg opvoeden.
Voorleven draait om vertrouwen
Door voor te leven, heb je geen directe controle op het gedrag van je kind.
Het vraagt erop te vertrouwen dat je kind zo leert wat belangrijk is, dat het zich dit eigen maakt.
Voorleven is helemaal beseffen dat je het grote voorbeeld van je kind bent.
Dat is een behoorlijke verantwoordelijkheid. Het vraagt dat je je bewust bent van je eigen handelen en dat je regelmatig kijkt of je wel het voorbeeld bent dat je wilt geven. Bijvoorbeeld als je wilt dat je kinderen eerlijk en betrouwbaar zijn, dan kunnen ze dat van jou leren als jij dat zelf ook bent.
De moed de volwassene te zijn die je wilt dat je kind wordt
Je kinderen leren door voorleven, vraagt van jou dat je je regelmatig afvraagt of je wel de ouder bent die je wilt zijn. Oftewel: of je wel de volwassene bent die je wilt dat je kind later wordt. En dat vraagt moed, dat is zeker waar.
Met warme groet,
Carla