‘Het is toch niet normaal dat mijn kind slaat!?’, een opmerking die ik vaak van ouders hoor. En die tegelijkertijd een vraag en twijfel in zich heeft. Want wat is normaal…?
Ouders worstelen met ‘probleemgedrag’ van hun kind, zoals slaan, schoppen, duwen, knijpen of schreeuwen. Ook bijten, gedrag wat vaak nóg wat sterkere emoties oproept, is in oorsprong een zelfde gedragsuiting als slaan, schreeuwen of duwen.
3 redenen waarom ouders worstelen met ‘probleemgedrag’
Heel begrijpelijk dat ouders hiermee worstelen, ten eerste omdat het een onveilige situatie met zich meebrengt.
Ten tweede omdat ze vaak niet goed weten hoe ze hierop moeten reageren; het kind stopt niet of doet het later gewoon weer.
En ten derde omdat lastig gedrag, zoals slaan, schoppen, bijten, schreeuwen, door de omgeving nogal gauw als ‘probleemgedrag’ wordt bestempeld.
Anderen ‘vinden er wat van’; ze kijken je er op aan als je kind zich zo ‘stout’ gedraagt, vinden dat je je kind niet goed in de hand hebt of zien jouw kind als ‘lastig’, ‘stout’ of een ‘pestkop’.
Of ‘wat er allemaal mis ging’ is een van de eerste dingen die professionals van school of de kinderopvang tegen je vertellen als je je kind komt ophalen. Of ze schrijven het in het ‘heen-en-weer-schriftje’ of sturen je een mail. Ouders zijn soms bang om de schoolmail te openen, want dat betekent vaak ‘slecht’ nieuws; hun kind is wéér de fout ingegaan…
Reacties die vaak leiden tot gevoelens van onzekerheid en twijfel bij ouders.
Wat is probleemgedrag?
Probleemgedrag, zoals bijten, slaan, duwen, huilen, schreeuwen, is gedrag dat een onderliggend probleem aan het licht brengt. Dat onderliggende probleem is vaak onzichtbaar.
Het gedrag zelf is dus niet het probleem van het kind, maar de reden waarom het kind dit gedrag laat zien komt voort uit een probleem dat het kind heeft; er is iets aan de hand, het voelt niet oké voor het kind. Dit onderliggende probleem is meestal onzichtbaar.
Probleemgedrag = gedrag dat een probleem aan het licht brengt
Wiens probleem is het?
Het (zichtbare) gedrag is niet het probleem van het kind. Het is een manier waarop jonge kinderen woede, frustratie, overprikkeling, onmacht en hun behoefte aan controle en aandacht uiten. Het is een uiting van een onzichtbaar probleem.
Het gedrag is wel het probleem van jou als ouder (opvoeder of verzorger).
Natuurlijk staat veiligheid voorop; als de veiligheid in het geding is, is er zeker een probleem. Maar daarnaast is een belangrijke vraag: wat is het ‘probleem’ voor jou?
Oftewel: wat is ‘moeilijk’ voor jou? Kun je bijvoorbeeld het huilen of schreeuwen van je kind verdragen als ouder? Wat doet het met jou?
Het kunnen verdragen hangt van veel factoren af, zoals de situatie, het tijdstip of de omstandigheden. Maar ook van jou zelf als persoon; wie je bent, hoe je zelf bent opgegroeid en van jouw eigen triggers. Als je je bijvoorbeeld door eerdere ervaringen afgewezen hebt gevoeld, zal slaan, schoppen of het roepen van lelijke woorden door je kind meer impact hebben op jou, dan dat je die eerdere – pijnlijke- ervaringen niet hebt opgedaan.
Waarom vertonen kinderen dit probleemgedrag dan?
Elk kind is van nature goed. Elk kind heeft een groot verlangen naar verbinding, erbij horen en aandacht. Geen enkel kind staat ’s ochtends op met de gedachte dat hij het vandaag zijn ouders of de juf eens lekker ‘moeilijk’ gaat maken.
Dus er moet iets anders zijn waarom het kind probleemgedrag vertoont. Hiervoor zijn 2 redenen:
Reden 1: gedrag is communicatie
Communicatie kiest altijd zijn snelste weg. Als het uiten (nog) niet met taal kan, dan zoekt het zijn uitweg door gedrag.
Jonge kinderen – peuters, jonge kleuters- hebben nog geen taal of nog onvoldoende taal. Zij ‘vertellen’ ons door hun gedrag dat er iets aan de hand is. Bijvoorbeeld een behoefte aan aandacht, overprikkeling of frustratie. Zo kan een kind slaan of schreeuwen als een ander kindje dicht in de buurt komt (gedrag wat we waarnemen), omdat het zich onveilig voelt (onzichtbaar).
Reden 2: kinderen reageren vanuit primaire brein
Het brein van jonge kinderen is nog volop in ontwikkeling. Jonge kinderen reageren nog vanuit het reptielenbrein. Dit is het oudste deel van ons brein, dat gericht is op vervullen van basisbehoeften en zelfbescherming. Instincten en automatische reflexen hebben het hier voor het zeggen.
In hun reactie op iets onaangenaams schieten jonge kinderen in hun reptielenbrein, wat vaak zichtbaar is in fysieke reacties zoals slaan, schopbewegingen, bijten. Welke reactie je kind dan laat zien, is niet een bewuste keuze van het kind, maar een instinctieve reactie. En dat kan per kind verschillen; de een zal sneller slaan, de ander sneller bijten of schreeuwen.
Probleemgedrag is dus niet het probleem
(Fysieke) gedragingen, zoals slaan, schoppen, bijten, schreeuwen, huilen, is voor jonge kinderen een manier om te vertellen dat er iets aan de hand is en duiden dus op een onderliggend (vaak onzichtbaar) probleem.
Als we zo naar probleemgedrag kijken, komt probleemgedrag in een ander licht te staan. En is het probleemgedrag niet langer zelf het probleem.
In dit blog ben ik ingegaan op de vraag waarom kinderen probleemgedrag vertonen. In een volgend blog zal ik verder ingaan op onderliggende (vaak onzichtbare) oorzaken van probleemgedrag.
Met warme groet,
Carla